Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Wij weten, dat wij [53]overgegaan zijn [54]uit den dood in het leven, [55]dewijl wij de broeders liefhebben; die [zijn] broeder niet liefheeft, blijft in den dood. 53. Dat is, overgebracht, overgevoerd, namelijk door God; Joh.5:24; Kol.1:13. 54. Dat is, uit den geestelijken en eeuwigen dood. 55. Daarmede wordt niet aangewezen de verdienende oorzaak des levens, maar het kenteken waaruit wij van het leven verzekerd worden. Zie Luk.7:47.